Vóór de Franse Revolutie was een drossaard
een hoge gerechtsofficier in dienst van de vorst. Hij was van adel, maar liet zich meestal vervangen door een luitenant-drossaard.
Zo iemand was luitenant-drossaard Joannes Mattheus Clercx. Hij was actief rond 1790 en werkte in dienst van de prins-bisschop van Luik voor heel Noord-Limburg. Toen deze streek onveilig werd gemaakt door een aantal dievenbendes, waaronder de zogenaamde Bokkenrijders, trad hij zeer kordaat op en slaagde hij erin om de rust te herstellen. Achteraf bekeken lijkt het erop dat hij wel buiten proportie reageerde en tientallen bendeleden volgens huidige normen te snel heeft veroordeeld en doen ombrengen.
Clercx was afkomstig uit een bekende Teutenfamilie in Eksel, maar waaronder ook verschillende juristen en vertegenwoordigers van de lokale schepenbanken behoorden.
Drossaard Clercx woonde in het domein Hobos in Overpelt gelegen, waar ook een stokerij was ondergebracht.
fictief portret Drossaard Clercx
Woning “Het Hobos” Drossaard Clercx
Steendruk Drossaard Clercx