Het einde van de Teutenhandel


De laatste fase in de Teutengeschiedenis (18de eeuw tot eerste decennia van de 20ste eeuw) is gekenmerkt door bloei èn verval. Over het algemeen ging de Teutenhandel, vooral sedert de 19de eeuw sterk achteruit.

Toch wisten enkele compagnieën zich in deze crisisperiode op te werken en werden zeer vermogend. Deze uitzonderingen hebben een blijvende indruk nagelaten en zorgden voor ‘mythevorming’ : de Teuten werden beschouwd als de nieuwe adel, in staat om grote stenen herenhuizen te bouwen die schril afstaken tegen de eenvoudige Kempense boerderijen. Dit was zeker geen algemeen fenomeen.

Het zakelijk succes van deze kooplui was zelden groot.



Confectiewinkel Rijcken in Brielle




Uiteindelijk brak de industriële ontwikkeling van West-Europa in de 19de eeuw de Teutenhandel: wie niet inspeelde op de snelle economische ontwikkelingen werd verdrongen.

De handelspraktijken van de Teuten waren plots voorbijgestreefd, tenzij in die gebieden waar de industrialisatie achterwege bleef of waar het grootbedrijf (voorlopig) geen kans maakte.

Zo komt het dat enkele Teutencompagnieën de 19de eeuw overleefden en de aloude traditie tot zelfs na WO I konden voortzetten.



Maar deze Teuten waren genoodzaakt om een winkel uit te baten en permanent open te houden. Ook diende het commercieel inzicht verruimd te worden. En hierdoor verdween de Teuterij: wilde men de handel ter plaatse verder organiseren dan moest men definitief uitwijken.

De Westfaalse Teuten-groothandelaars maakten vanaf 1850wel een omslag, met succes!

Zij richtten de eerste grootwarenhuizen op. De winkel in Sneek van Clemens en August Brenninckmeyer geldt als de primeur. De bekende winkelketens als C&A, V&D, P&C, Voss, Lampe en Kreymborg hebben allemaal een Duits Teutenverleden. Van veel bescheidener aard zijn de Lommelse bedrijven van Heseman(s) en Van Endert.

De boterfabrikant of boterteut Jurgens uit Oss Linnenfabriek Rijeken in Hamont, omgevormd tot strohulzenfabriek Wijnen, 7930 Confectiewinkel Rijeken in Brielle, ca. 7970 ligt aan de basis van het bekende concern Unilever.

De meeste Teuten uit de Limburgse Kempen en Noord-Brabant waagden deze sprong niet. Velen gingen simpelweg rentenieren, anderen startten met een klein bedrijfje in de eigen streek.