Dieven en bokkenrijders!
Pieter Ecrevisse, de grote boosdoener
Een aantal bijzondere handelsgewoonten van de teuten werden in de 19de eeuw door “toeristen”, journalisten of gelegenheidsschrijvers verkeerd begrepen. Op deze manier ontstond de mythe van de
zigeunerafkomst van de teuten. De volgende stap naar misdadig gedrag van de teuten was snel gezet. Het feit dat de teuten op het eerste zicht een vrij afgezonderde sociale groep vormden, maakte hen voor oningewijde verdacht.
Niets is minder waar.
In 1842 schreef de uit Nederlands-Limburg afkomstig vrederechter Ecrevisse een hoog romantisch boekje onde de titel “De Teuten”. Wie de moeite doet om dit boekje te lezen herkent er onmiddellijk een bokkenrijdersverhaal in. Drossaard Clercx uit Overpelt speelt de strenger doch rechtvaardige onderzoeksrechter.
De Teuten worden uiteindelijk allemaal voor het gerecht gedaagd en veroordeeld. Waarom Ecrevisse de teuten zo zwart afschilderde is nog steeds onopgehelderd. Als Limburger moet hij zeker op de hoogte zijn geweest van de ware aard van de teuten. Rond 1900 dacht men zelfs dat Ecrevisse uit wraak de Teuten als bokkenrijders afschilderde omdat hij niet benoemd was tot vrederechter van Achel.
Omdat het boekje”De Teuten” in de volksbibliotheken van Vlaanderen sterk verspreid werd en veel keren herdrukt werd, bleef dit negatieve beeld over de Teuten hardnekkig stand houden. In veel bloemlezingen of volkskundige studies kan men nog de invloed van Ecrevisse bemerken.
Welters zeer gewaardeerde “Limburgsche Legenden, sagen, sprookjes en volksverhalen”uit 1875 bijvoorbeeld bevat het verhaal van de aanslag der teuten op Daniëlsweert (1787)!
Pieter Ecrevisse
Veelzeggend is ook de titel van een andere bekend werk van de volkskundige Jacques Sinninghe, in 1978 uitgegeven: Verhalen uit het land der Bokkenrijders en der teuten.
De taalkundige en Vlaamse voorman Jan Frans Willems bracht aan de lokale naam en faam van de Teuten misschen nog meer schade toe.
Uit informatie van derden vatte hij de stelling op dat de Teuten verwant waren aan zigeuners. Omdat Willems in een veelgelezen wetenschappelijk tijdschrift publiceerde, werd zijn visie zelfs tot het midden van de 20e eeuw blindelings overgenomen door historici en volkskundigen.